Dagelijks boodschappenlijstje voor de Heer


De Heer zei tegen Mozes: “Geef de Israëlieten namens mij het volgende bevel: Breng mij offers op de vastgestelde tijden. Meel- en brandoffers die mij met zorg worden gebracht, aanvaard ik met genoegen. De volgende offers moeten jullie mij dagelijks brengen: twee eenjarige mannetjeslammeren, zonder enig gebrek, het ene 's morgens en het andere 's avonds. Bij elk lam zevenentwintighonderd gram van het fijnste meel, aangemengd met twee liter van de zuiverste olijfolie. Dat is het dagelijks brandoffer, zoals het mij voor het eerst op de berg Sinai werd gebracht. Het is een geurig offer dat ik met genoegen aanvaard. Bovendien twee liter wijn om het altaar te besprenkelen, zowel 's morgens als 's avonds. Op de sabbat verlang ik, naast het dagelijkse offer, nog twee eenjarige mannetjeslammeren zonder enig gebrek, met vierenvijftighonderd gram van het fijnste meel, aangemengd met olijfolie, en het wijnoffer.

Op de eerste dag van de maand moeten jullie mij als brandoffer aanbieden: twee jonge stieren, een ram en zeven eenjarige mannetjeslammeren, zonder enig gebrek. Daarbij meeloffers: bij elke stier eenentachtighonderd gram van het fijnste meel, aangemengd met olijfolie: bij de ram vierenvijftighonderd gram van het fijnste meel, aangemengd olijfolie, en bij elk lam zevenentwintighonderd gram. Dat is dus het brandoffer, een geurig offer dat ik met genoegen aanvaard. Dan nog de wijnoffers: bij elke stier vier liter wijn, bij de ram twee en een halve liter en bij elk lam twee liter. Breng deze offers iedere eerste dag van de maand. Verder moet er dagelijks, naast het brandoffer en het wijnoffer, een geitenbok worden geofferd als offer voor de zonde.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten