De Heer wil superster worden, en kijkt dus niet op een plaag meer of minder


In het bijzijn van de farao en zijn hofdienaren sloeg Aäron op het water van de Nijl en dat veranderde in bloed. De vissen gingen dood en de rivier stonk zo, dat de Egyptenaren het water niet langer konden drinken. …

Aäron hield zijn stok boven het water van Egypte; de kikkers kwamen opzetten en bedekten heel Egypte. … overal stierven de kikkers, in de huizen, op de binnenplaatsen en op het land. Men legde ze op grote hopen, het hele land stonk ervan. …

Zo gebeurde het: Aäron sloeg met zijn stok op de grond. Overal in Egypte veranderde het stof in muggen. Mens en dier zaten onder de muggen. …

De Heer stuurde zwermen steekvliegen. Ze kwamen in het paleis van de farao, in de huizen van zijn hofdienaren, ze zaten overal. Het land werd geteisterd door de steekvliegen. …

Zij haalden roet uit een oven, verschenen voor de farao en Mozes gooide het roet in de lucht. Mens en dier kwamen onder de zweren te zitten. …

Mozes strekte zijn arm uit en wees met zijn stok naar de hemel. De Heer bracht een zware hagelbui over Egypte, die gepaard ging met hevige donder en felle bliksemschichten. Sinds het bestaan van Egypte had het nog nooit zo zwaar gehageld. Alles wat op het land was, werd getroffen: mens en dier kwam om, gewassen werden neergeslagen, bomen vernield. …

De Heer zei tegen Mozes: “Ga naar de farao. Ikzelf heb gezorgd dat hij en zijn hofdienaren onverbiddelijk blijven. Daardoor kan ik deze wonderen bij hen doen. Nu kun je later aan je kinderen en kleinkinderen vertellen met welke machtige wonderen ik de Egyptenaren tot wanhoop heb gebracht. Dan zullen jullie weten dat ik de Heer ben.” …

Toen nam Mozes zijn stok en hield zijn hand uitgestrekt over Egypte. De Heer bracht een oostenwind over het land, die hele dag en die hele nacht. Toen het morgen werd, had de oostenwind de sprinkhanen meegevoerd. Ze streken in grote zwermen in heel Egypte neer. Het was de grootste sprinkhanenplaag die er ooit geweest was en die er ooit zal zijn. …

Mozes strekte zijn arm uit naar de hemel en drie dagen lang bedekte een inktzwarte duisternis het land. Al die tijd kon men elkaar niet zien en kon men geen stap verzetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten