“Dan had hij onze zuster maar niet als een hoer moeten behandelen”


Op een dag ging Dina, de dochter van Jakob en Lea, eens kijken bij de meisjes die daar woonden. Toen Sichem, de zoon van de Chiwwiet Hemor, die dat gebied bestuurde, haar zag, greep hij Dina en verkrachtte haar. Maar hij raakte gehecht aan Jakobs dochter, ging van het meisje houden en probeerde haar voor zich te winnen. Hij drong er bij zijn vader Hemor op aan ervoor te zorgen dat hij met haar kon trouwen. …

Maar omdat Sichem hun zuster Dina onteerd had, bedachten Jakobs zonen een listig plan en antwoordden Sichem en Hemor: “We kunnen onze zuster onmogelijk uithuwelijken aan iemand die niet besneden is. Dat zou voor ons een schande zijn. We kunnen uw verzoek alleen inwilligen als u aan ons gelijk wilt worden en ook alle mannen laat besnijden.” … Alle aanwezigen stemden in met de voorstellen van Hemor en Sichem en alle mannen werden besneden.

Maar op de derde dag, toen ze nog ernstig ziek waren van die ingreep, namen twee van Jakobs zonen, Simeon en Levi, de broers van Dina, hun zwaard, kwamen onopgemerkt de stad binnen en doodden er alle mannen, ook Hemor en Sichem. Toen haalden ze Dina uit het huis van Sichem en vertrokken weer. De overige zonen van Jakob beroofden de slachtoffers en plunderden de stad uit wraak voor het onteren van hun zuster. Alle schapen en geiten, koeien en ezels, en wat er verder in de stad of op het land te vinden was, namen ze mee. Zij voerden een rijke buit mee en namen alle kinderen en vrouwen gevangen. …

Jakob zei tegen Simeon en Levi: “Wat hebben jullie me in moeilijkheden gebracht! Ik heb nu een erg slechte naam gekregen bij de inwoners van dit land, de Kanaänieten en Perizzieten. Wij zijn maar klein in aantal en als zij gezamenlijk tegen mij optrekken, zullen ze mij verslaan; ik zal met mijn hele familie omkomen.” Maar zij antwoordden: “Dan had hij onze zuster maar niet als een hoer moeten behandelen!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten