Jefta offert zijn dochter


Toen beloofde Jefta aan de Heer: “Als u de Ammonieten in mijn macht geeft en als ik weer veilig en wel thuiskom, dan zal wie of wat me ook maar uit mijn huis tegemoet komt, voor u zijn: als offer zal ik het u aanbieden.” Zo rukte Jefta op tegen de Ammonieten en bond de strijd met hen aan. En de Heer gaf hen in zijn macht. ...

Jefta ging terug naar Mispa. Bij zijn huis kwam zijn dochter de deur uit en ging hem tegemoet, al dansend en spelend op de tamboerijn; zij was zijn enig kind, andere zonen of dochters had hij niet. Zodra hij haar zag, scheurde hij van verdriet zijn kleren en riep uit: “Ach dochter van me, wat maak je mij diep ongelukkig! Waarom moet jij het nu juist zijn die me zo'n verdriet aandoet? Ik heb een plechtige belofte gedaan aan de Heer en ik kan niet meer terug.”

“Vader,” antwoordde zij, “als u de Heer een plechtige belofte hebt gedaan, dan moet u met mij doen wat u hebt beloofd. Het was toch met de hulp van de Heer, dat u zich op uw vijanden, de Ammonieten, hebt kunnen wreken? Alleen dit zou ik nog van u willen vragen: gun me twee maanden de tijd om samen met mijn vriendinnen de bergen in te gaan en daar te treuren, omdat ik nooit iemands vrouw zal zijn.”

Dat vond Jefta goed en hij liet haar voor twee maanden gaan. Met haar vriendinnen ging zij de bergen in en treurde daar, omdat ze nooit iemands vrouw zou zijn. Na die twee maanden kwam ze terug bij haar vader. Hij deed met haar wat hij de Heer had beloofd.

1 opmerking:

  1. Wie dacht die jefta dan dat er naar buiten zou komen. Zn trouwe viervoeter?, zn schoonmoeder?, jemig wat een debiel

    BeantwoordenVerwijderen