De grote hoer van Babylon


Een van de zeven engelen met de zeven schalen kwam naderbij en zei tegen me: “Kom! Ik zal u de veroordeling laten zien van de grote hoer, die zetelt aan vele waterstromen. De koningen der aarde hebben zich met haar afgegeven en de bewoners der aarde hebben zich bedronken aan de wijn van haar ontucht.”

De Geest kwam over mij, en de engel bracht me naar een woestijn. Daar zag ik een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, vol met godslasterlijke namen; het had zeven koppen en tien hoorns. De vrouw was gekleed in purper en scharlaken en was getooid met talrijke gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand hield ze een gouden beker, gevuld met de schande en het vuil van haar hoererij. Op haar voorhoofd stond een naam geschreven met een geheime betekenis: “Het grote Babylon, de moeder van alle hoeren en van alle gruweldaden op aarde.” Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van hen die God toebehoren, en van het bloed van hen die van Jezus getuigd hadden.

Toen ik haar zag, was ik vol verwondering. Maar de engel zei: “Waarom verwondert u zich? …”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten