Smakelijk


Toen zeiden Eljakim, de zoon van Chilkia, en Sebna en Joach tegen de opperbevelhebber: “Wij verzoeken u, Aramees te spreken. Wij verstaan het. Maar spreek geen Judees met ons, want dan kan de bevolking op de stadsmuur meeluisteren.”

Maar de opperbevelhebber antwoordde: “U denkt toch niet dat de koning van Assur mij heeft gestuurd om het woord alleen tot u en uw koning te richten? Mijn woorden zijn ook bestemd voor de mensen op de stadsmuur. Binnenkort zullen zij net als u hun eigen uitwerpselen moeten eten en hun eigen urine drinken.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten