Kijkersfile


Bij de grote kei in Gibeon kwamen ze Amasa tegen. Joab, in wapenkleding, had aan zijn riem een zwaard dat in de schede langs zijn heup hing. Toen hij uit het gelid trad, viel het zwaard. “Hoe gaat het ermee, mijn vriend?” begroette hij Amasa. Daarbij greep hij met zijn rechterhand Amasa bij de baard om hem te omhelzen. Maar Amasa was niet op zijn hoede voor het zwaard dat Joab in de andere hand had genomen. Joab stak hem het zwaard zo hard in de buik dat zijn ingewanden naar buiten kwamen. Een tweede stoot had Joab niet nodig, Amasa was op slag dood en Joab en zijn broer Abisai zetten de achtervolging op Seba voort.

Een van Joabs adjudanten bleef bij Amasa staan en riep: “Wie op de hand van Joab en David is, die volgt Joab!” Badend in zijn bloed lag Amasa midden op de weg. Toen de adjudant zag dat iedereen halt hield, sleepte hij hem van de weg af het veld in; en omdat iedereen die erlangs kwam, nog bleef staan kijken, legde hij een kleed over Amasa heen. Zodra het lichaam van de weg was verwijderd, liepen alle soldaten weer door, achter Joab aan, om de achtervolging op Seba voort te zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten