Jezus de opticien


Ze kwamen in Betsaïda. Daar bracht men een blinde bij Jezus en men vroeg hem of hij hem wilde aanraken. Hij nam de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Toen raakte hij met speeksel de ogen van de man aan en hij legde hem de handen op.

“Ziet u al iets?” vroeg hij. De man keek rond en antwoordde: “Ik zie bomen – nee, het moeten mensen zijn, want ze lopen.” Jezus legde nog eens de handen op zijn ogen. Nu zag hij scherp, zijn ogen waren weer goed en hij kon alles duidelijk zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten