Wie niets heeft, wordt alles afgenomen


“Het is als met iemand die op reis ging. Hij riep zijn dienaars bij zich en vertrouwde hun zijn eigendommen toe. Aan de ene gaf hij vijfduizend goudstukken, aan een andere tweeduizend en aan een derde duizend; ieder kreeg wat hij aankon. Toen vertrok hij. onmiddellijk ging de dienaar die vijfduizend goudstukken had gekregen, er zaken mee doen en hij verdiende er vijfduizend bij.  Zo deed ook de tweede en hij verdiende er tweeduizend bij. Maar de dienaar die duizend goudstukken had gekregen, ging een gat graven en verstopte het geld van zijn heer daarin.

Een hele tijd later keerde de heer van die dienaars terug en hij riep hen ter verantwoording. De dienaar die vijfduizend goudstukken had gekregen, kwam naar hem toe en overhandigde hem er nog vijfduizend: Heer, u hebt mij er vijfduizend gegeven, kijk, ik heb er nog vijfduizend bijverdiend. Uitstekend, zei zijn heer. Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets groots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij. Toen kwam de dienaar die er tweeduizend had gekregen: Heer, u hebt mij er tweeduizend gegeven, kijk, ik heb er tweeduizend bijverdiend. Uitstekend, zei zijn heer. Je bent een goed en trouw dienaar. Iets kleins heb je goed beheerd, nu zal ik je over iets groots aanstellen. Kom binnen en vier feest met mij. Toen kwam ook de man die er duizend had gekregen: Heer, ik weet dat u streng bent, en u oogst waar u niet hebt uitgezet. Ik was bang en ben daarom uw geld in de grond gaan verstoppen. Hier hebt u het weer terug.

Jij slechte, luie dienaar! antwoordde zijn heer hem. Je wist dus dat ik maai waar ik niet gezaaid heb, en oogst waar ik niet heb uitgezet. Waarom heb je mijn geld dan niet op de bank gezet? Dan had ik het bij mijn thuiskomst met rente kunnen opvragen. Neem hem die duizend goudstukken af en geef ze aan hem die er al tienduizend heeft! Want iedereen die iets heeft, krijgt nog meer en heeft overvloed. Maar wie niets heeft, hem zal wat hij heeft, nog worden afgenomen. En gooi die nutteloze dienaar eruit, de duisternis in! Daar zal hij huilen en knarsetanden!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten