Mijn lief is als een appelboom

hooglied 2:2-3

Hij: Als een lelie tussen distels,
zo is mijn vriendin tussen de meisjes.

Zij: Een boom vol appels midden in het struikgewas,
zo is mijn lief te midden van de mannen.
Hoe graag wil ik in zijn schaduw zitten,
zijn vruchten zijn zo zoet in mijn mond!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten