Judas de Makkabeeër kauwt in de woestijn op kruiden


Gedreven door een vijandige gezindheid tegenover de Joden, stuurde Antiochus Apollonius, de aanvoerder van de huurtroepen uit Mysië, met een leger van tweeëntwintigduizend man naar Jeruzalem en gaf hem het bevel om alle volwassen mannen te doden en de vrouwen en jongeren te verkopen. Bij zijn aankomst speelde Apollonius de vredelievende. Hij wachtte tot de heilige sabbatdag, waarop de Joden rust hielden, en riep toen zijn manschappen op voor een gewapende verzameling van de troepen. De Joden die de stad uitgekomen waren om dit schouwspel te zien, liet hij neerslaan. Daarna drong hij met de wapens in de hand de stad binnen en doodde een grote massa mensen.

Intussen was Judas de Makkabeeër met nog negen anderen de woestijn ingetrokken, en als wilde dieren leefde hij met zijn mannen in de bergen. Om geen onreinheid op te lopen voedden ze zich uitsluitend met kruiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten