Een bewijs van Salomo's wijsheid


Op een keer kwamen twee publieke vrouwen bij de koning hun opwachting maken. Toen ze voor hem stonden, nam een van hen het woord. “Majesteit, ik vraag uw aandacht. Deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis en in dat huis heb ik pas een kind ter wereld gebracht. Zij was erbij. Drie dagen na mijn bevalling bracht ook zij een kind ter wereld; we waren samen thuis, we hadden geen vreemden op bezoek, alleen wij beiden waren in huis.

Maar 's nachts stierf haar kind; in haar slaap was zij er bovenop gaan liggen. Midden in de nacht, toen ik nog sliep, stond zij op, nam mijn zoontje bij mij weg en legde hem bij haar in bed; haar eigen zoontje legde ze bij mij neer. Toen ik 's morgens opstond om mijn zoontje te voeden, ontdekte ik dat hij dood was. 's Ochtends bekeek ik hem nog eens goed en toen bleek dat het niet mijn zoontje was.” “Dat is niet waar,” zei de andere vrouw, “het levende jongetje is van mij, het dode van jou.” “Nee,” antwoordde de eerste, “het dode jongetje is van jou, het levende is van mij.” En dat bleven ze herhalen.

Toen zei de koning: “De een beweert: Het levende jongetje is van mij, het dode van jou; de ander ontkent het en zegt: Niet waar, het dode jongetje is van jou, het levende van mij.” Daarop beval de koning: “Haal een zwaard.” Toen ze hem een zwaard gebracht hadden, beval hij: “Hak het levende kind in tweeën en geef beide vrouwen een helft!” Maar alles in de moeder van het levende kind verzette zich daartegen; ze smeekte: “Alstublieft, majesteit, geef het levende kind aan haar, maar dood het niet!” “Nee, “ zei de andere vrouw, “hak het maar door. Krijg ik het niet, dan jij ook niet.”

Toen deed de koning uitspraak en hij zei: “Geef de eerste vrouw het levende kind! Dood het niet, zij is de moeder!” Toen de Israëlieten hoorden welk vonnis de koning had geveld, kregen ze ontzag voor hem. Want ze zagen in dat God hem, om het recht te handhaven, met wijsheid had vervuld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten