David vraagt een drankje, en weigert het vervolgens


Dan was er nog een drietal. Zij maakten deel uit van de dertig helden die vanuit het rotsgebergte naar David waren gegaan, naar de grot Adullam, hoewel de Filistijnen hun kamp hadden opgeslagen in het Refaïmdal. Op een keer, toen David in de bergvesting was, had hij verzucht: “Ik zou willen dat iemand me wat water gaf uit de put bij de poort van Betlehem.” Daar in Betlehem lag toen een Filistijns garnizoen. Hierna hadden deze drie zich een weg gebaand door het legerkamp van de Filistijnen en water geschept uit de put bij de poort van Betlehem.

Maar toen zij met het water bij David kwamen, wilde hij er niet van drinken. Hij goot het op de grond uit voor de Heer en zei: “Mijn God verbiedt mij hiervan te drinken! Het zou zijn alsof ik het bloed van deze mannen dronk, zij zijn dit water met gevaar voor eigen leven gaan halen.” Daarom weigerde hij ervan te drinken. Zulke dappere daden verrichtten deze drie helden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten