Gideon geeft ervan langs met doorns en distels


Gideon was met zijn driehonderd man naar de Jordaan getrokken en de rivier overgestoken. Ze bleven de Midjanieten achtervolgen, hoewel ze van vermoeidheid haast niet meer konden. Daarom vroeg Gideon aan de burgers van Sukkot: “Geef aan mijn soldaten toch wat brood, ze kunnen van vermoeidheid haast niet verder en ik zit Zebach en Salmunna, de koningen van Midjan, achterna.” Maar het stadsbestuur van Sukkot gaf hem als antwoord: “U hebt Zebach en Salmunna nog niet eens in handen, waarom zouden wij uw leger dan van brood voorzien?”

“Akkoord,” zei Gideon, “maar zodra de Heer mij Zebach en Salmunna in handen heeft gegeven, zal ik jullie er van langs geven met de doorns en distels hier uit de steppe!” Hij trok verder naar Penuël. Aan de inwoners van die stad stelde hij dezelfde vraag, maar ze gaven hem hetzelfde antwoord als de burgers van Sukkot. Toen gaf Gideon hun te verstaan: “Als ik de overwinning heb gehaald, kom ik terug om de toren hier omver te halen!” …

Na de strijd keerde Gideon, de zoon van Joas, naar huis terug via de bergpas bij Cheres.  … Gideon ging op Sukkot af en zei tegen de inwoners: “Jullie hebben mij toen diep beledigd met dat antwoord van jullie: Waarom zouden wij uw vermoeide soldaten van brood voorzien? U hebt Zebach en Salmunna nog niet eens in handen! Kijk, hier heb ik ze!” Hij liet doorns en distels uit de steppe halen en de oudsten en de burgers van Sukkot hebben het geweten. Ook haalde hij de toren van Penuël omver en hij doodde de burgers van de stad.

Hierna vroeg Gideon aan Zebach en Salmunna: “Hoe zagen de mannen eruit, die u op de berg Tabor hebt gedood?” “Zij leken precies op u,” antwoordden zij, “ieder van hen had een koninklijk voorkomen.” “Dan waren dat mijn volle broers,” zei Gideon. “Bij de Heer, ik zou u nu niet doden als u hen in leven had gelaten.” “Vooruit, sla hen dood!” zei hij tegen zijn oudste zoon Jeter. Maar, jong als hij was, schrok hij ervoor terug om zijn zwaard te trekken. Hierop zeiden Zebach en Salmunna tegen Gideon: “Doet u het dan zelf! U bent oud en ervaren genoeg.” Toen doodde Gideon Zebach en Salmunna: de sieraden aan de hals van hun kamelen nam hij mee.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten